Informatie over de corhoorn die je niet wilt weten

Onlangs vond ik bij boekwinkeltjes.nl een héél oud boekje (geen jaartal) onder de naam:

Koperblaasinstrumenten, speciaal bugel, althoorn (hieronder begrepen Cor of z.g. stellahoorn), tenorhoorn, bariton en bassen en de slaginstrumenten, geschreven door D. Speets en uitgegeven door J.J. Lispet – Hilversum.

De schrijver van dit boekje staat niet bepaald positief tegenover de althoorn. Toch zegt hij wel wat interessante dingen over de corhoorn, mijn allereerste hoorn. Deze website staat open voor allerlei meningen; dus hoewel ik het niet eens ben met de conclusie van Speets, wil ik u dit stukje niet onthouden, zie onderstaande samenvatting:

Ik wil den dilettant-musicus onder het oog brengen, dat de hoorn, welke thans in vrijwel alle Nederlandsche dilettant-blaasorkesten voorkomt, bekend is onder de verkeerde benaming van corhoorn. Het Franse woord cor beteekent reeds hoorn. Met de benaming van corhoorn zeggen we dus hoornhoorn, waaruit duidelijk blijkt hoe onjuist de naam corhoorn is. 

Deze instrumenten welke den naam dragen van stellahoorn, hebben behalve den vorm met den waldhoorn niets, maar dan ook niets gemeen. De stellahoorns zijn leelijke instrumenten wat den toon aangaat. De speler kan echter veel bijdragen tot verfraaiing van de toonkwaliteit, bij inachtneming van de twee volgende factoren:

1e

Gebruik nooit ’t mondstuk dat bij den stellahoorn wordt geleverd, maar neem daarvoor een echt waldhoorn-mondstuk. Dat is een klein mondstuk met smallen rand en zeer diepe boring. Met een aanzetstukje moet het pas worden gemaakt. De toon wordt daardoor reeds veel beter.

2e

Houdt het instrument met de linkerhand nooit vast aan den bekerrand, zooals zoo vaak gebeurt, maar doe de geheele hand behoorlijk diep in den beker, gelijk de waldhoornisten doen, ten einde een mooie, weeke toon te kunnen voortbrengen. Hierdoor wint het klankgehalte van den Stellahoorn ook beduidend.

Het verschil in lengte tusschen deze beide instrumenten is wel zeer opvallend: de stellahoorn heeft een lengte van 1,75 meter, terwijl de waldhoorn een lengte heeft van 3,50 meter. Zo onwelluidend de stella-hoorn is, zoo prachtig is de toon van den waldhoorn.

Wat een prachtige aanwinst zou het voor ons muziekdilettantisme zijn, wanneer de stellahoorn, alsmede de althoorn kon verdwijnen, om plaats te maken voor vier waldhoorns. Ontegenzeggelijk is de waldhoorn moeilijker te bespelen dan de stellahoorn of althoorn, maar waar een wil is volgt vanzelf de weg. Het klankgehalte van het blaasorkest zou er ten zeerste mede gebaat zijn.

Speets heeft een geheel andere mening dan mr. Walter Hoover (lees mijn blog "Althoorn versus Franse hoorn"). Het moge duidelijk zijn welke mening mij het meeste aanspreekt!